De vriendin van Peter R. de Vries leeft met een ’onbeschrijflijk grote pijn’ na het overlijden van de misdaadjournalist. De vrouw, wier identiteit om veiligheidsredenen geheim moet blijven, voelt zich geamputeerd. „Alsof een deel van mij met hem is meegegaan.”
Zaterdag, twee dagen na zijn overlijden, gaf ze een interview aan de Volkskrant. Het gesprek is donderdag, op de dag van de uitvaart van De Vries, gepubliceerd.
De twee leerden elkaar zes jaar geleden kennen. Ze koos er bewust voor om uit de schijnwerpers te blijven. Nu ze echter geen andere keuze heeft dan om anoniem te blijven, wil ze juist graag praten over haar vriend. „Ik wil niet die anonieme partner zijn over wie zo veel wordt gespeculeerd, maar nu moet het van de politie.”
Sinds de aanslag op De Vries, die vertrouwenspersoon was van de kroongetuige in het Marengo-proces, wordt ze beveiligd. Hoewel haar eigen veiligheid haar op dit moment niet „interesseert”, sprak ze vaak met haar partner over zijn veiligheid. „Ik was erop tegen dat hij vertrouwenspersoon werd van de kroongetuige in het Marengo-proces. Maar ik begreep ook waarom hij dit wilde doen: als misdaadverslaggever van dat kaliber wil je betrokken zijn bij zo’n mega-strafzaak. Maar nu zit ik wel met de vraag of ik meer had kunnen doen om hem ervan te weerhouden. Die vraag zal mij altijd blijven achtervolgen.”
Liefdesbriefjes
De Vries verstopte regelmatig liefdesbriefjes in het huis van zijn vriendin. Het zijn er meer dan honderd. „Ik heb net weer drie briefjes van hem gevonden. Als ik eerder de deur uit moest dan hij, legde hij altijd een brief op mijn hoofdkussen. (…) Hij scheurde vellen van zijn notitieblok of uit mijn aantekenboekjes, schreef er lieve teksten op en stopte ze op gekke plekken – achter mijn tandenborstel, in de vriezer, in een pan waar nog eten in zat – de vetvlekken zitten er nog op –, in mijn schoenen, tussen mijn laptop, op de afzuigkap, in de la tussen mijn kleren, mijn moeder heeft er een gevonden onder een stapeltje placemats hier op tafel. (…) Bij elke vondst stort ik even in. Het is alsof ik nu pas besef hoe waardevol ze zijn. Alsof nu pas tot me doordringt hoe bijzonder dat is.”
Het verlies van De Vries „overtreft alles” wat ze tot nu toe heeft meegemaakt. „Ik dacht dat ik heel sterk was, maar soms denk ik: het is te groot, ik kan dit niet aan. Even, heel even, heb ik gedacht: had ik jou maar nooit ontmoet. Natuurlijk is dat egoïstisch, maar de pijn is zo groot, zo onbeschrijflijk.”